Subsidie, kredietregeling en uitkeringen

Er is een aantal subsidies, kredietregelingen en uitkeringen aan die u tijdens uw bedrijfsvoering of voor beëindiging van uw bedrijf kunt aanvragen. Een overzicht:

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
U kunt van de borgstellingsregeling (BMKB) gebruik maken als u een lening wilt afsluiten, maar de bank te weinig zekerheden kunt bieden (‘onderpand’, zoals gebouwen of machines). In dat geval zal de bank het risico mogelijk te hoog vinden en u geen lening willen verstrekken.
Het Ministerie van Economische Zaken kan zich dan borgstellen voor dat deel van de lening waarvoor u een tekort aan zekerheden heeft. Zo kan het krediet toch verleend worden. Mocht u gedurende de looptijd niet in staat blijken uw lening af te lossen, dan kan de bank voor het bedrag van de borgstelling terugvallen op de overheid: de overheid staat dus garant.
Lees hier meer over de procedure Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB)

Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (Bbz)
Als u stopt met uw bedrijf of als u vanuit een bijstandsuitkering een bedrijf wilt beginnen, komt u misschien in aanmerking voor een tegemoetkoming op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz).
U vraagt de bijstand voor zelfstandigen aan bij uw gemeente.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
U heeft recht op een IOAZ-uitkering als u onvoldoende inkomen heeft om van te leven. De IOAZ vult uw inkomen aan tot het bijstandsniveau. De hoogte van deze uitkering is afhankelijk van de hoogte van uw inkomen.
Als u onvoldoende inkomen heeft, kunt u in aanmerking komen voor een IOAZ-uitkering. De gemeente kijkt of u:

  • inkomsten uit arbeid heeft, zoals salaris, of inkomsten die voortkomen uit salaris, zoals een Werkloosheidswetuitkering (WW) of een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO); 
  • een partner met inkomsten (arbeidsinkomsten, uitkeringen, pensioen) heeft.


Bedrijfsbeëindiging en uitkering
Komt u na bedrijfsbeëindiging in aanmerking voor een uitkering? Bij een inkomen na bedrijfsbeëindiging van onder bijstandsniveau, bent u in de meeste gevallen aangewezen op de Wet Werk en Bijstand (WWB).
Als zelfstandig ondernemer bent u niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Dit houdt onder andere in dat u na het staken van uw bedrijf geen uitkering ontvangt van het UWV WERKbedrijf.
Indien u en uw partner na bedrijfsbeëindiging een gezamenlijk inkomen hebben onder bijstandsniveau, dan kunt u bij UWV WERKbedrijf een bijstandsuitkering aanvragen.

Starter en Sociale verzekeringen via het UWV WERKbedrijf
Indien een gewezen werknemer een eigen bedrijf start, bestaat de mogelijkheid om een deel van de sociale verzekeringen via het UWV WERKbedrijf te continueren. Dit dient binnen dertien weken na het starten van het eigen bedrijf bij het UWV WERKbedrijf te worden aangevraagd.
 
Zwangerschapsuitkering voor zelfstandige ondernemers (ZEZ)
Vrouwelijke zelfstandigen hebben een wettelijk recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering van minimaal zestien weken. De hoogte van de uitkering uit deze 'Zelfstandig en Zwangerregeling' (ZEZ-regeling) is gerelateerd aan het inkomen van de zelfstandige in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitkering wordt uitgekeerd. De regeling geldt ook voor de zwangere meewerkende echtgenote van een zelfstandige.
Het is mogelijk een aanvullende zwangerschapsuitkering mee te verzekeren met een Arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Voor een zelfstandige wordt de hoogte van uw uitkering (ZEZ) berekend op basis van het inkomen dat u het voorafgaande jaar had. Maar er is een maximum van 100% van het minimumloon (in 2008 ongeveer € 1.300 per maand).
Heeft u meer dan 1.225 uur gewerkt (norm zelfstandigenaftrek)? Dan krijgt u de maximale uitkering.
Bent u een meewerkende echtgenote? Dan wordt gekeken naar de winst die uw partner behaalde. Op basis van uw bijdrage wordt u een deel van de winst toegerekend.