Algemene informatie Kansspelen
De tabaks- en gemaksdetailhandel is een belangrijk kanaal voor de verkoop van kansspelen. Voor de consument is de tabakswinkel de logische plek om kansspelen te kopen.
De omzet in kansspelen is in de tabaksbranche aanzienlijk hoger dan in andere branches, zoals boekhandels, het benzinekanaal en het levensmiddelenkanaal.
In 2009 bedroeg de totale contante verkoop van Staatsloterij en De Lotto 696 miljoen euro. Maar liefst 457 miljoen hiervan werd in de tabaks/gemaksbranche verkocht, oftewel gemiddeld 325.000 euro per jaar aan kansspelen per verkooppunt. Hiermee is de verkoop van kansspelen een zeer belangrijke productgroep.
Terminal
Alle verkooppunten van de Staatsloterij en De Lotto zijn, april 2010, voorzien van een nieuwe (online) terminal. Vanaf die tijd maken twee kansspelorganisaties (De Staatsloterij en De Lotto) gebruik van dezelfde infrastructuur.
Niet-risicovolle kansspelen
Met betrekking tot de contante verkoop van kansspelen in de tabaksdetailhandel wordt gesproken over niet-risicovolle kansspelen. Er zijn geen onderzoeksresultaten die duiden op een verslavingsrisico.
Overheidsbeleid
In Nederland zijn kansspelen onderhevig aan een vergunningstelsel. De vergunningen van de Staatsloterij en De Lotto zijn opgenomen in de Wet op de kansspelen (Wok), de overige loterijen hebben een vergunning conform artikel 3 van de Wok.
De vergunningvoorwaarden verschillen per loterij. Zo moet bijvoorbeeld de Staatsloterij tenminste 60% van de inleg gebruiken voor prijzengeld terwijl de loterijen welke onder artikel 3 van de Wet vallen, de goede doelen loterijen, conform hun vergunningvoorwaarden tenminste 50% van hun omzet moeten afdragen aan goede doelen.
Sinds jaar en dag voert Nederland een restrictief kansspelbeleid. Doel hiervan is: "reguleren en beheersen van kansspelen, het tegengaan van kansspelverslaving, het beschermen van de consument en het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit".
De Europese Commissie is van mening dat een aantal bepalingen in de Wet op de kansspelen (Wok) mogelijk onverenigbaar zijn met het grondbeginsel van het vrije diensten-verkeer binnen de Europese Gemeenschap. Nederland zou in strijd handelen met dit beginsel door kansspelen uitsluitend met vergunning toe te laten en deze vergunningen uitsluitend aan Nederlandse bedrijven te gunnen. De minister van Justitie bestrijdt dit standpunt. (Europese) jurisprudentie is tot nu toe in het voordeel van het Nederlandse standpunt.
De Wet op de kansspelen (Wok) dateert uit 1964. Sindsdien zijn er vele wijzigingen aan-gebracht, waardoor de regelgeving inconsistent en minder toegankelijk is geworden en moeilijk te hanteren. Reden voor de minister van Justitie om in 2007 te beginnen met de opzet voor een nieuwe Wok. Op het concept zijn vele reacties binnengekomen. Dit was, samen met de verschillende ontwikkelingen op Europees niveau, reden om het wetsvoor-stel nog niet aan de Tweede Kamer aan te bieden. Naar verwachting zal dat medio 2012 gebeuren.
Promotionele kansspelen
Naast de bovengenoemde kansspelen worden veelvuldig kansspellen aangeboden voor promotionele doeleinden. In de Wok is hierin niet voorzien. Er geldt een zgn. 'nee, tenzij-regime', dat wil zeggen promotionele kansspelen zijn dus eigenlijk niet toegestaan.
In de Reclamecode Promotionele Kansspelen is een aantal voorwaarden opgenomen waaronder wel een kansspel kan worden georganiseerd ter promotie van een bedrijf of product.
Zo is het toegestaan om zonder vergunning en onder bepaalde voorwaarden een 'Klein promotioneel kansspel' te organiseren ter promotie van de eigen winkel of het winkelcentrum. De totale waarde van het prijzenpakket mag dan niet groter zijn dan € 4.500,-. Er mogen voor de deelnemer geen kosten zijn verbonden aan deelname anders dan een postzegel of een telefoongesprek tegen lokaal tarief. Personen onder de zestien jaar zijn van deelname uitgesloten, tenzij zij schriftelijke toestemming van de ouders hebben.
Leeftijdsgrens
Voor deelname aan kansspelen geldt een leeftijdsgrens van achttien jaar.
De NSO bepleit dat voor niet-risicovolle kansspelen een leeftijdsgrens zou moeten gelden analoog aan de leeftijdsgrens voor zwak-alcoholische dranken en tabak. Dat betekent een minimum leeftijd van zestien jaar voor het verkrijgen van producten van de Staatsloterij, De Lotto en de goede doelen loterijen.
Door de invoering van deze minimumleeftijd wordt het huidige overheidsbeleid consequent doorgevoerd en wordt tevens duidelijkheid gecreëerd voor de consument: in tabakswinkels zijn artikelen verkrijgbaar waarvoor een leeftijdsgrens van zestien jaar geldt.